zilverprijs

Daarbij was het opvallend dat de zilverprijs beter standhield dan de goudprijs. Van euforie op de zilvermarkt was uiteraard geen sprake, maar voorlopig kan zilver zich handhaven boven het niveau van 16 dollar per troy ounce. De gold ratio, de verhouding tussen goud en zilver, bevindt zich momenteel nog steeds rond 80. Dat betekent niet meer of niet minder dan dat zilver momenteel erg goedkoop is ten opzichte van goud. 

Voorlopig vindt het goud stevige steun rond 1300 dollar. Elke terugval in de richting van dat niveau lokt nieuwe koopdruk uit. Anderzijds is de kaap van 1360 voorlopig te hoog gegrepen. In de buurt van dat niveau is het tijd om aan winstnemingen te denken, zo blijkt. Op de zilvermarkt is het plaatje gelijkaardig. De prijs stabiliseert al geruime tijd tussen 16 en 17 dollar per troy ounce. En daar zal voorlopig waarschijnlijk geen verandering in komen. 

Maar volgens sommige analisten is het binnenkort opnieuw “Hi-Yo Silver” time, want op de chart is een sterk bullish patroon in de maak. Het is te vroeg om al van een uitbraak te spreken, maar wanneer die uitbraak lukt zijn fors hogere zilverprijzen mogelijk. Op de chart is namelijk een bullish multi-decade “Cup & Handle” pattern in de maak. Zaak is nu om de bovenkant van die formatie in de gaten te houden. 

Maar dan stelt zich de vraag: wat loopt er fout op de zilvermarkt? In tegenstelling tot goud en veel andere grondstoffen heeft de zilverprijs in de afgelopen maanden nauwelijks iets laten zien. Craig Hemke van Sprott Money News & TF Metals Report wijst er in dat verband op de digitale zilvermarkt één van de meest gemanipuleerde markten in de wereld is. En dat is niet zo maar een samenzweringstheorie zoals er zovelen zijn, maar een feit. 

Maar de inflatie staat waarschijnlijk nog steeds maar aan de vooravond van de grote uitbraak. Ondanks de inflatievrees op de financiële markten zijn de officiële inflatiecijfers nog steeds verbazend laag. In de Verenigde Staten blijft de FED zich zorgen maken over het feit dat de inflatie blijft ‘hangen’ op 1,80%. De Amerikaanse centrale bank heeft zichzelf een objectief van 2% opgelegd, maar die lat is voorlopig te hoog gelegd.